Preview: een vooruitblik op Impuls 52, nr. 2

Preview: een vooruitblik op Impuls 52, nr. 2

 


Benieuwd naar wat er in Impuls 53 zal verschijnen? Hieronder vind je een eerste deel van de preview.


Editoriaal

Hoofdredacteur Willy Brion breekt een lans in zijn editoriaal voor een externe kwaliteitsblik op de leermiddelen. Voor de gezinnen betekent de aankoop ervan een hele hap uit hun budget. Waar kunnen leraren en schoolleiders recensies over schoolboeken en andere leermiddelen lezen? Ik zou het niet weten. De Vlaamse schoolboekenmarkt bepaalt nu wat kwaliteit is. In andere landen spreken de overheden zich duidelijk uit over de kwaliteit van leermiddelen. Ook bij ons is er nu een werkgroep, vanuit het ministerie van Onderwijs, die nagaat wat het onderwijsveld erkent als kwaliteitsindicatoren van leermiddelen. Ook voor digitale leermiddelen zijn er vooralsnog geen criteria en ook niet voor eigen ontwikkeld materiaal. En … laten we de discussie daaromtrent niet verengen tot de invulboeken.

Nieuws uit de onderzoekswereld

In Vlaamse secundaire scholen is het nog niet gangbaar om met informatie over leerprestaties van leerlingen na vormen van gestandaardiseerde toetsen doorgedreven om te gaan. Met de komst van de centrale toetsen in 2023-2024 zal dat beslist veranderen. Met ‘de kracht van schoolfeedback’ willen Jan Vanhoof en collega’s schoolleiders houvast geven en inspireren over hoe ze zich in hun school hierop kunnen voorbereiden. Schoolfeedbackrapporten gekoppeld aan centrale toetsen zullen heel veel data over het bereiken van de eindtermen genereren en zet resultaten in perspectief door te vergelijken met andere scholen. Basisscholen zijn een voorloper op dat gebied en goeie voorbeelden dienden als onderzoeksmateriaal voor een beschrijvend onderzoek. Welke factoren maken dat deze ‘succesvolle’ scholen er wél in slagen om de informatie uit die rapporten voor kwaliteitsbewaking en -verbetering aan te wenden? We krijgen voorbeelden over de meerwaarde die schoolfeedback kan betekenen bij het nemen van beslissingen voor de praktijk en het beleid. Het potentieel ervan is groot, in de veronderstelling dat je als schoolleider het potentieel weet aan te boren. De uitgewerkte voorbeelden zijn verhelderend en inspirerend bedoeld.

Schoolleider aan het woord

Kurt Gommers liet de IT-sector achter zich om in 2007 een voltijdse opdracht geschiedenis in ZAVO Zaventem op te nemen. Dat zij-instromen was geen evidentie, maar de toenmalige directeur wou hem als IT-coördinator aan zijn school binden. Hij kreeg carte blanche en investeringsmogelijkheden. Toen de pandemie uitbrak was de school onbedoeld klaar om onderwijs te blijven geven. Hij kreeg toen de vraag om algemeen directeur van ZAVO te worden, wat hij met trots en ambitie aanvaardde. In dit interview doet hij zijn beleid als schoolleider uit de doeken. Dat doet hij in overleg en werkt met een aantal beleidscellen om de schoolleiding tot gedeeld leiderschap te verbreden. Daarmee halen ze de mede-werkers weg van de oude hiërarchie, die vaak een veilige omgeving was. Functioneringsgesprekken worden coachingsgesprekken die waarderende, informele gesprekken zijn en mee de evaluatie ondersteunen. De vrijwillige bereidheid voor dit begeleidingstraject neemt toe en wordt naar het hele team opgeschaald.

 

Scholen in verandering

Ilse Coucke is al zes jaar directeur van de campusschool Eureka in Torhout. Het is een school in transitie. Ze wandelen er de weg van de geleidelijk, geduldig en gestaag. Nochtans zat er nogal wat druk op de ketel, want de hoofdstad van het Houtland met 20.000 inwoners heeft een indrukwekkend onderwijsaanbod. Daarnaast was er de modernisering van het secundair onderwijs die ook een zekere dwang veroor-zaakte. Met enige West-Vlaamse doortastendheid gingen ze op zoek naar een eigen verhaal en dat vonden ze in een eigen onderwijsrecept. Hun zoektocht is weldoordacht en participatief met een ouderforum, een denktank waar een beroep gedaan wordt op de verantwoordelijkheid en de medewerking van alle be-trokkenen. Ze kwamen uit op de baseline: krachtig leren. Als je een verschil wilt maken, moet dat krachtig leren ook te zien zijn. Vandaar dat leerlingen – naast lessen – werken in een leerlab, dat ze kansen krijgen tot flexibel leren, dat de didactische krachten in co-teaching worden gebundeld, dat ze in de bovenbouw aan digitale exploratie doen met de uitwerking van een leerlijn Virtual Reality.

Vragen aan professionals

Bruno Vanobbergen is vooral bekend als kinderrechtencommissaris (2009-2019), maar is ondertussen al twee jaar directeur van het Vlaams Agentschap Opgroeien, een fusie van Kind en Gezin en het Agentschap Jongerenwelzijn. Hij zit nu in een andere rol, misschien wat minder zichtbaar, omdat hij nu in functie van een beleid en van een minister werkt. Maar hij krijgt veel ruimte en verantwoordelijkheid om een beleid voor kinderen en jongeren tot 25 uit te stippelen. Volgens hem beseffen we nog altijd onvoldoende wat leven in armoede in het dagelijks leven van kinderen betekent. Jeugdhulp zouden we meer als een normaal gegeven moeten beschouwen. Hoe kan je jongeren die hulp nodig hebben zolang mogelijk in hun vertrouwde omgeving houden met de expertise van jeugdhulp? Daar zijn heel mooie voorbeelden van. Hij wil bruggen bouwen tussen scholen en hulpvoorzieningen. In iedere provincie is daarvoor nu een coördinator aangesteld. Verder heeft hij nog over de geestelijke gezondheid van de jongeren, over tijd maken voor het ten gronde lezen van kinderen en jongeren op school en in het gezin, over hoe er actueel naar onderwijs gekeken wordt.

Impulsen

Louis Cauffman en Mathieu Weggeman onderzochten de effectiviteit van digitaal onderwijs en gaven verslag van hun bevindingen in Impuls 52/1. Het was even slikken voor Fien Depaepe en collega’s van de KU Leuven toen ze hun bevindingen lazen, omdat het niet overeenstemt met wat in het onderwijstechnologisch onderzoek naar voren komt. Ze geven genuanceerd wederwoord over de complexe aangelegenheid van de digitalisering van onderwijs en welke elementen daarvoor van groot belang zijn. Voor hen is onderzoek insperend en duidend en niet sloganmatig en eenduidig.

Vanuit de redactie las Jan Bonne in ‘Voor u gelezen’ Vlaamse toetsen. Waar vandaan en waar naartoe? in een redactie van Luc De Man en Kris Denys en maakt een inhoudsbeschrijving van de 160 bladzijden. Gerenommeerde experten geven daar waar mogelijk onderbouwde antwoorden op de drempels in de discussie. Ze willen niet polemiseren noch sturend opiniëren. Ze willen stemmen en elementen aan het debat toevoegen.

Verder nog twee leestips van Jan Bonne: Durven voor morgen van Saskia Van Uffelen over klassieke paden durven verlaten, over transitie en langetermijndenken, wat we in het onderwijs ook wel kunnen gebruiken en Iedereen schoolmaker. Investeren in samen leren van Bert Smits en Yves Larock over hoe scholen de uitdagingen die op hen afkomen, in excellent onderwijs kunnen omzetten.

Beleidswatcher

Zullen we het nog eens over vakantiespreiding hebben? Het is niet de eerste keer en het zal ook niet de laatste keer zijn. Onze beleidwatcher overloopt gedocumenteerd de evoluties en discussies over de verdeling van de vakantieperiodes van in het begin van de twintigste eeuw tot nu. Bijzonder boeiend voor al diegene die gefundeerd mee van gedachte willen wisselen. Wat opvalt, is dat er niet echt pedagoische bezwaren zijn tegen een andere spreiding van de vakantieperiodes. De coronacrisis dwingt ons om het eens op andere manier te proberen. We hoeven geen watervrees te hebben.

 

 

Reacties