Er is meer dan één leerplan
Blog augustus 2024, door Roger Standaert
Waarover gaat het?
Het begrip ‘leerplan’ is in Vlaanderen een gekende houvast bij het vormgeven van de aanpak in de klas. Hoe het eruitziet is - net zoals overal in het onderwijs in de wereld – specifiek gekleurd door de eigen Belgische en Vlaamse context. Met alle mogelijke varianten op de achtergrond kan je kort en krachtig een open deur instampen: een leerplan of curriculum is een plan voor leren. Er zijn dan ook zoveel definities mogelijk als er vormgevingen zijn. In België en Vlaanderen was het leerplan oorspronkelijk een opsomming van de leerinhouden die bij de leerlingen moesten worden aangebracht. Ze werden vaak gevolgd door leerboeken die door uitgevers, lerarenorganisaties of soms de overheid als hulp werden aangeboden.
" Er zijn zoveel definities mogelijk als er vormgevingen zijn."
Gaandeweg en met de opkomst van het denken over waartoe het onderwijs dient, werden doelstellingen naast de inhouden ingebracht. Ze werden dan ook in leerlingengedrag geformuleerd. En vervolgens werden ook methodische suggesties toegevoegd. En nog later - en dat had ook met de minimumdoelen/eindtermen te maken - werden leerplandoelstellingen geformuleerd in basisdoelen en uitbreidingsdoelen. Parallel daarmee – en inbegrepen de internettoepassingen - werden de leerplannen gevolgd door leerboeken die meer en meer de vorm kregen van leer-en onderwijspakketten. De combinatie tussen leerplannen en handboeken/pakketten was een werkbare symbiose, omdat de diversiteit van handboeken ruimte liet aan de professionaliteit van leraren om hun onderwijs gestalte te geven. Ondertussen is die symbiose niet meer zo vanzelfsprekend omdat er nu ook decretaal bepaalde minimumdoelen/eindtermen zijn. En nog verder wordt die symbiose uitgehold door de opkomende centrale toetsen, die in feite vastleggen hoe je doelstellingen moet concreet maken, waardoor ze in feite de leerplandoelen vervangen. Er is nu een complexe keten ontstaan van wat op school geleerd wordt: leer-en onderwijspakketten, eindtermen, curriculumdossiers, leerplannen en centrale toetsen. Die complexiteit beperkt meer en meer de eigen ruimte van leraren en scholen. Er dreigt een grote centralisering en uniformisering van wat op school moet worden geleerd. Vrijheid van onderwijs en het omgaan met diversiteit schuren ongemakkelijk aan tegen een toenemende ‘verstaatsing’.
In vrijwel alle onderwijssystemen bestaat er een officieel curriculum, zoals gezegd in diverse vormen. Het is immers zo dat doelen en wat in een leerplan staat, uiteindelijk steeds een zaak van waarden is en niet van feiten, van besluitvorming en niet van bewijsvoering (Cras, 2009, 19).
Andere leerpaden
Uit allerlei onderzoek tijdens de laatste decennia is echter gebleken dat dit officiële curriculum doorkruist wordt met andere leerpaden, die samen met het officiële leerplan het leerresultaat beïnvloeden. Heel wat onderzoekers over het curriculum hebben zich daarover gebogen en hebben die leerpaden een naam gegeven.
Zo is er het ‘verborgen leerplan’ of het ‘collateral curriculum’ waarbij de leerlingen zijdelings tijdens hun leven op school allerlei ideeën, houdingen en gewoontes meepikken, zonder dat ze zich daar altijd van bewust zijn. Hun gedrag leren ze aan via het schoolreglement, de groepsprocessen in een klas, het schoolklimaat of via een opvoedingsproject. Enkele voorbeelden: In rijen achter elkaar zitten, verhindert communicatie en bevordert het eenrichtingsverkeer van de leraar. De leraar die op een trede of podium staat, geeft uiting aan een duidelijke hiërarchie. Rechtstaan als de leraar binnenkomt, bevestigt ondergeschiktheid. Een uniform dragen, creëert een groepsgeest. Religieuze oefeningen bevorderen spiritueel denken. Vroegtijdige sortering van leerlingen in afdelingen, niveaus of keuzevakken hebben impact op het zelfbeeld van de leerlingen en het gedrag dat zich daarnaar richt
Er is ook sprake van een zogenaamd ‘null’ of ‘absent’ curriculum. Het is in feite een weggelaten stuk leerstof dat niet wordt opgenomen, al dan niet vanuit bepaalde opvattingen. In weinig democratisch landen zal dit afwezige leerplan manifest aanwezig/afwezig zijn. Maar ook in democratische systemen kunnen bepaalde belangengroepen bepaalde verdwijntrucs mogelijk maken. Vele discussies over wat al dan niet ‘woke’ is, varen in dit schuitje.
Zo is er ook een ‘onderliggend curriculum’ waarbij op het eerste gezicht niet duidelijk is welke grote opties aan de basis van een leerplan liggen. Die onderzoeken komen vaak uit de onderwijssociologie met bijvoorbeeld de gekende reproductietheorieën, waarbij de school de ongelijkheid van de samenleving zou reproduceren. Historisch gekend hiervoor is het werk van de sociologen Bourdieu en Bernstein over het taalgebruik op school. Ze spreken over ‘la parlure vulgaire’ en ‘la parlure bourgeoise’ (Bourdieu) en de ‘restricted’ en de ‘elaborated code’ (Bernstein). In dat onderliggend curriculum vind je ook de grotere waardering voor algemene kennis in het nadeel van de toegepaste technische kennis. Al in 1959 wees J.C. Snow daar al op in zijn bestseller over de ‘Two Cultures’, één van de meest gelezen boeken uit de tweede helft van de twintigste eeuw. Je kan ook nog een ‘nostalgisch leerplan’ vinden. Daarin idealiseren ouders of buitenstaanders hun eigen genoten onderwijs en zetten ze de school onder druk om zich daaraan aan te passen (Letschert, 1998). Voorbeelden liggen voor het grijpen: ‘in onze tijd moesten we nog ...’
Je vindt die diverse leerpaden, als bijkomende curricula onder allerlei benamingen en invalshoeken terug.
Vier soorten leerplan
De diverse benaderingen om naar de leerplannen in de praktijk te kijken, kunnen worden overkoepeld in vier vormen:
- het officiële curriculum,
- het echte aangeleerde curriculum,
- het door de leerlingen geleerde curriculum,
- het getoetste curriculum.
1. Het officiële leerplan
Het officiële leerplan is het meest bekend omdat het een duidelijk verplicht karakter heeft. Wat daarin staat is zichtbaar en vormt ook een houvast, niet in het minst ook voor allerlei discussies over de zinvolheid ervan, de noodzaak tot verandering enzovoort. Het is ook meestal de basis voor verantwoording, controle, begeleiding en constructie van leer-materiaal.
2. Het echt aangeleerde leerplan
Het gaat hier om het leerplan zoals het door de leraren wordt geïnterpreteerd. De term die vaak wordt gebruikt is het ‘taught’ curriculum. Leraren maken eigen keuzes bij het officiële leerplan, afhankelijk van hun eigen achtergrond, eigen voorkeuren of eigen bedenkingen. Leraars in parallelklassen binnen eenzelfde school hebben zelfs eigen varianten bij de uitvoering van het officieel curriculum. Ook de manier waarop ze met leerlingen omgaan bepaalt vaak de keuzes en de eigen klemtonen. Een historisch voorbeeld is het onderzoek over Pygmalion in the classroom. Een historisch voorbeeld is Pygmalion in the Classroom (Rosenthal en Jacobson 1968), waarbij leraren hun onderwijsgedrag aanpassen aan de verwachtingen die ze van hun leerlingen hebben.
Er is uiteraard een overlap met het officieel curriculum, maar de eigen bijdragen en methodische aanpak kunnen tot grote verschillen leiden met dat curriculum. In een grootschalig comparatief onderzoek in opdracht van de regering Blair bracht de Cambridge academicus Robin Alexander de gelaagdheid van het curriculum in beeld. Hij kwam tot de conclusie dat het transformeren van het officiële curriculum zwaar onderschat wordt door beleidsinstanties in het onderwijs. Leraren interpreteren de band tussen het officiële curriculum en de leerling met hun eigen getransformeerde ‘pedagogy’ (Alexander, 2000, 553). Het is de leraar die van confectie maatwerk maakt of die van fastfood teruggrijpt naar oma’s keuken.
3. Het echt geleerde leerplan
Hier gaat het erom wat de diverse leerlingen van het aangeboden curriculum meepikken. Uiteraard geven overhoringen, toetsen en examens wel een beeld van wat de leerlingen meedragen en wat ze van de leerstof opsteken. De manier waarop getoetst wordt, levert al een aanduiding van dit leerplan: gaat het om veel van buiten leren, herhalen, voorbereiden op de toetsen, bronnen raadplegen, hulp zoeken, elimineren bij meerkeuzevragen, raden bij diezelfde meerkeuzevragen enzovoort. Ze leren natuurlijk ook veel van hun medeleerlingen en gedurende de hele schooldag doen ze allerlei ervaringen op die verder reiken dan het leerplan of die ervan afwijken. Uiteraard zitten daar ook de factoren van het thuismilieu in met bijvoorbeeld het boven vermelde nostalgisch curriculum. Ook alles wat zit onder de term van verborgen leerplan, bepaalt mede wat de leerlingen ervan meedragen.
De klas is een erg contextrijke leeromgeving waarbij de leraar al met zijn interpretatie van het leerplan de regie van de leer- en onderwijsprocessen voert. Maar naast de aanpak van de leraar omvat die context ook het al dan niet bestaan van leerinhouden verbonden aan leerlingenkenmerken, thuiskenmerken, groeperingskenmerken en schoolkenmerken. In de microkosmos van de klas en ook van de school krioelen die factoren door elkaar en interageren ze ook met elkaar.
Leerlingen construeren, naast die onvermijdelijke context, ook zelf kennis en attitudes uit wat ze meekrijgen uit tv, films, chatten, games en al wat er op internet mogelijk is. Ze hebben soms bijbaantjes en leven in een generatie die anders is dan de vorige. In de toekomst zullen de mogelijkheden van generatieve artificiële intelligentie met momenteel ChatGpt als voorbeeld dit echt geleerde curriculum nog veel meer versterken, hetzij in goede, hetzij in kwade zin.
De school is slechts een klein onderdeel van een jeugdig leven. Als je de tijd van slapen niet meerekent (stel 8 u) dan dekt de school voor de overige 16 u van een etmaal slechts een kleine twintig procent van hun leefwereld. Ze leren dus met andere woorden heel veel buiten de school. En op die wijze interpreteren de leerlingen, net zoals de leraar het officiële curriculum.
4. Het getoetste curriculum
Alles wat verschijnt bij de overhoringen, examens en ook bij de centraal opgelegde toetsen, hoort bij het getoetste curriculum. Het is voldoende bekend dat toetsen steeds een reductie van de werkelijkheid inhouden. Het belang dat aan die toetsen wordt gehecht, bepaalt logischerwijze in sterke mate wat er geleerd wordt. Zeker wanneer er sterke druk bestaat vanuit centraal opgelegde toetsen is het risico op teaching-to-the test bijzonder groot. Waar het bij eenvoudige doelen wellicht niet zo erg is om leerlingen op die toetsen voor te bereiden, ligt dat anders wanneer de doelstellingen complexer zijn of ze breder als persoonsvorming worden vooropgesteld. Wanneer de druk van de toetsen vergroot, worden ze het officiële leerplan. De toetsen verengen zo het leerplan en het onderwijs tot wat in zekere mate meetbaar is. Toetsen moeten echter een middel zijn om het leren en onderwijzen te ondersteunen. Ze mogen niet het doel van het onderwijs worden.
Ter overweging
Met deze vier curricula op de achtergrond, is het niet onzinnig de ultieme waarde van het officieel curriculum wat te relativeren. Het officiële curriculum is een brede luchtcorridor waarbinnen vliegtuigen zich verplicht moeten bewegen. De realiteit is dat leerlingen en leraren in een symbiose zitten van aan de ene kant het aangeleerde curriculum in de versie van de leraar met aan de andere kant het geleerde curriculum dat bij de leerlingen in die klasgroep aanwezig is. Veel didactiek heeft dan ook te maken met het afstemmen van die twee curricula op elkaar. Het aangeleerde en geleerde curriculum zijn dus geen kopie van het officiële leerplan. Hoogstens zou je in dichterlijke beeldspraak kunnen stellen dat dit gemixte curriculum rijmt op het officiële; het is er een variante van, al zal het zeker op diverse wijzen mee overlappen. Strikte uniformiteit nastreven met het officiële curriculum is dan ook een illusie. Een diversiteit van verwerkingen en toetsingen van dat gemixte curriculum ligt dan ook voor de hand. Dat is overigens altijd al zo geweest doordat er vaak diverse methodes en handboeken ter beschikking stonden. Het erkennen van die diversiteit vraagt om een vertrouwen in de professionaliteit van de leraren en de scholen en dus ook van de klassenraden. Al is het dan ook logisch dat leraren dat vertrouwen waar moeten maken. En net zoals er verschillende methodes bestaan, zullen er ook verschillende toetsen aan die verschillen tegemoet komen. Centrale, opgelegde proeven met een ‘high stakes’ karakter ontkennen het bestaan van een mix van de vier op elkaar inwerkende leerplannen. Een toetsenbank en peilingsproeven met representatieve steekproeven van scholen kunnen daarentegen een belangrijk hulpmiddel zijn om als feedback te dienen voor scholen en leraren. Ze houden op die manier in dat leerlingen leren via een mix van de hier geschetste leerplannen.
Gerefereerde bronnen
- Alexander, R. (2000). Culture and pedagogy. International comparisons in primary education. Oxford: Blackwell Publishers.
- Bernstein, B. (Ed) (1973). Class codes and control. London: Routledge & Kegan Paul.
- Bourdieu, P. & Passeron, J.C. (1970). La réproduction. Paris: Editions Minuit.
- Cras, A. J. G. (2009). Meesterschap over het leerplan. Enschede: Stichting Leerplanontwikkeling. Proefschrift.
- Giroux, H. & Purpel, D. (Eds). (1983). The hidden curriculum and moral education. Berkeley, Cal.: Mc Cutchan Publishing.
- Holmes, B. & McLean, M. (1990). The curriculum. A comparative perspective. London: Unwin Hyman.
- Letschert, J.F.M. (1998). Wieden in een geheime tuin. Enschede: Stichting Leerplanontwikkeling. Proefschrift.
- Rosenthal, R. & Jacobson, L. (1968). Pygmalion in the classroom. New York: Holt.
- Snow, C.P. (1959). The two cultures. London: Cambridge University Press.
Lees IMPULS – Onderwijstijdschrift voor leidinggevenden
Je onderwijsteam enthousiasmeren en engageren is cruciaal. Impuls helpt daarbij. Het biedt als enige onafhankelijk tijdschrift ter zake een waardevolle ondersteuning aan schoolleiders. Impuls publiceert vier keer per jaar artikelen, interviews, recensies en achtergrondinformatie over schoolleiderschap. Tussentijdse blogberichten geven kritische opinies bij de actualiteit.
Abonneren op het tijdschrift IMPULS:
https://gompel-svacina.eu/product/impuls-abo/
#onderwijs #impuls
Reacties
Een reactie posten